Lavabo
Een lavabo (Latijn voor "ik zal wassen") is een middeleeuwse pot die gebruikt werd voor het wassen van de handen voor een belangrijk maal.
In Vlaanderen, net zoals in Frankrijk, verwijst de term ook vandaag de dag nog naar een wasbak met stromend water. In Nederland is het woord in het dagelijks taalgebruik in onbruik geraakt.
Handwassing in de H. Mis
Lavabo is ook een andere naam voor het ritueel van de handwassing tijdens de H. Mis. Hierbij reciteert de priester Psalm 26 : "Lavabo inter innocentes manus meas, et circumdabo altare tuum, Domine." (Mis van Paus Pius V) of Psalm 51: "Lava me, Domine, ab iniquitate mea, et a peccato meo munda me." (Mis van Paus Paulus VI).
Bij de handenwassing wordt een lavabokan en een lavaboschaal gebruikt. Na de wassing droogt de priester zijn handen met het lavabodoekje. In middeleeuwse kerken bevindt zich vaak een nis in de muur van het koor (piscina) met een uitgang naar buiten. De priester goot het water van de wassing in de piscina, zodat het op het kerkhof stroomde.
In een klooster of in de sacristie
De lavabo is ook de inrichting voor het wassen van de handen in een klooster of sacristie. Andere benamingen zijn lavacrum of lavatorium. In de middeleeuwse kloosters, in het bijzonder bij de cisterciënzers, is de lavabo gewoonlijk een apart, rond of zeshoekig gebouwtje, gelegen tegenover de ingang van de refter.