Naar inhoud springen

Théodore Géricault

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Théodore Géricault
Zelfportret
Zelfportret
Persoonsgegevens
Geboren Rouen, 26 september 1791Bewerken op Wikidata
Overleden Parijs, 26 januari 1824Bewerken op Wikidata
Geboorteland Frankrijk
Beroep(en) Kunstschilder
Oriënterende gegevens
Jaren actief 10 jaar (1814-1824)
Stijl(en) Romantiek
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Théodore Géricault (Rouen, 26 september 1791Parijs, 26 januari 1824) was een Frans kunstschilder uit de negentiende-eeuwse romantiek.

Géricault kreeg les in schilderkunst van Carle Vernet en Pierre-Narcisse Guérin. Zijn vroege werk verraadt invloeden van Peter Paul Rubens en een interesse in het weergeven van emotie. Wanneer hij in 1816-17 naar Florence en Rome gaat, raakt hij gefascineerd door zowel Michelangelo als de barok.

Zijn bekendste werk is Le radeau de la Méduse (Het vlot van de Medusa, 1819). De Méduse was een schip dat op weg naar Gorée in 1816 zonk voor de Mauritaanse kust. 147 schipbreukelingen zwalkten dertien dagen rond voor ze gevonden werden. Het schilderij geeft het vlot en de overgebleven schipbreukelingen weer (en de staat waarin ze verkeren) op het moment dat het gevonden werd. Op de Salon in Parijs werd het schilderij als een schandaal onthaald.[1] Géricault bestudeerde lijken en zieken, interviewde de overlevenden en liet het vlot nabouwen, om zo natuurgetrouw, zij het met toevoeging van romantische theatraliteit, het vlot te schilderen. In het schilderij vinden we twee driehoeken terug, namelijk die met het zeil, en anderzijds de hoopvol zwaaiende man rechts. Verder zitten er twee contrasterende elementen in: de overleden (zieke?) man links en de hoopvol, levendige man, zwaaiend met een doek rechts. Ook de donkere kleuren tegenover de lichtere kleuren stralen een sfeer van onrust uit. Het schilderij staat symbool voor het volk dat zijn eigen redding bewerkstelligt in plaats van het passieve, reactionaire bewind na de Franse Revolutie. Het zou kunnen geïnterpreteerd worden als de kunstenaar die rondzwalkt op de eindeloze zee van zijn gevoelens, wat past in de sfeer van de kunstenaars uit de romantiek. Het werk betekent een stap van neoclassicisme naar romantiek. Het schilderij bleek, onder meer door het beladen thema, minder succesvol in Frankrijk dan in Engeland, waar het rond 1820 bijval kreeg.

Na zijn terugkeer in Frankrijk inspireerde dat hem tot het schilderen van portretten van waanzinnigen, met elk een eigen stoornis. Een bekend voorbeeld is het Portret van een kleptomaan dat in het Gentse Museum voor Schone Kunsten te zien is. In 1824, na een lange lijdensweg, verzwakt door ongevallen en chronische tuberculose, stierf Géricault op 32-jarige leeftijd.

Géricault behoort met Delacroix tot de toonaangevende kunstenaars in de Franse schilderkunst van de 19e eeuw. Beiden behoren tot 'de romantische school', tegenover het realisme van Gustave Courbet, Honoré Daumier en Jean François Millet en het classicisme van Jean Auguste Dominique Ingres.

De romantiek van Géricault en Delacroix verschilt opvallend van de stijl van de Duitse romantici als Caspar David Friedrich of van Philip Otto Runge. De Fransen zijn behept met de psychologische, emotionele kant; houden ervan heftige, intense dramatische conflicten uit te beelden en hebben belangstelling voor de gruwel van de oorlog.

Verder is er een maatschappelijk engagement in de Franse romantiek dat varieert van het dwepen met de vrijheidsstrijd van het Volk tot de gruwelijke verafgoding van de oorlog en de dood op het slagveld of in de onmetelijke Russische sneeuwvlakten.

Zie de categorie Théodore Géricault van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.