Naar inhoud springen

Wendy Hiller

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wendy Hiller
Wendy Hiller (1953)
Wendy Hiller (1953)
Algemene informatie
Volledige naam Wendy Margaret Hiller
Geboren 15 augustus 1912
Overleden 14 mei 2003
Land Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Werk
Jaren actief 1937-1993 (film)
Beroep Actrice
(en) IMDb-profiel
(en) IBDB-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Dame Wendy Margaret Hiller, DBE (Bramhall, 15 augustus 1912 - Beaconsfield, 14 mei 2003) was een Engels toneel- en filmactrice.

Hiller werd geboren als dochter van Frank Watkin Hiller en Marie Stone. In het begin van de jaren 30 begon ze haar theatercarrière in Manchester. In 1934 maakte ze haar doorbraak met de vertolking van Sally Hardcastle in Love on the Dole. Het toneelstuk werd een groot succes en zorgde voor haar debuut op West End in 1935. In 1937 trouwde ze eveneens met toneelschrijver Ronald Gow.

Door de jaren heen toerde ze door het land heen met het toneelstuk. In 1936 werd het zelfs opgevoerd in New York. Daar werd ze uitgenodigd door George Bernard Shaw om de hoofdrol te spelen in zijn toneelstuk Saint Joan. Naar eigen zeggen kreeg ze weinig tijd voor generale repetities en flirtte hij regelmatig met haar. Ze vroeg hem ook toestemming om de rol van Eliza Doolittle te mogen vertolken in zijn andere toneelstuk Pygmalion, die in dezelfde periode werd opgevoerd.[1] Ze werd later ook gevraagd om Joan te spelen in een Engelse toneeluitvoering, maar dit sloeg ze af, omdat ze het zat was dat personage te spelen. Later vertelde ze dat dit een stomme zet van haar was.[2]

Naast Saint Joan en Pygmalion was Hiller ook te zien in zijn toneelstuk Major Barbara. Shaw was dol op haar en noemde haar een van zijn favoriete actrices.[3] Toen in 1937 het woord kwam dat er een Britse verfilming zou komen van Pygmalion, stond Shaw erop dat Hiller de vrouwelijke hoofdrol kreeg. De film werd een ongekend succes en leidde ertoe dat Hiller genomineerd werd voor een Oscar. Hiermee was ze de eerste Britse actrice die genomineerd werd voor een Academy Award voor een rol in een Britse film. Ze verloor de prijs aan Bette Davis voor haar rol in Jezebel (1938). Haar volgende rol was in nog een verfilming van een toneelstuk van Shaw; Major Barbara (1941).

Hoewel Hiller veel indruk maakte op Shaw, kon ze nauwelijks overweg met zijn collega en producent Gabriel Pascal. Pascal was ook betrokken bij de verfilming van Pygmalion en Hiller vertelde dat ze hem toen zeer irritant vond omdat hij constant de productie ophield.[4] Toen ze op het podium te zien was in Saint Joan, klaagde Pascal regelmatig over haar en vroeg Shaw persoonlijk om haar te vervangen door Katharine Hepburn. Hij was van mening dat het succes van Pygmalion naar haar hoofd was gestegen en daarom de regels niet volgde.[5]

Ze werd na haar rol in Major Barbara (1941) gecast in de Britse film The Life and Death of Colonel Blimp (1943). Ze raakte in deze periode echter zwanger en was genoodzaakt zich terug te trekken. Ze keerde terug naar het theater en toerde in 1943 door het land voor een toneelversie van Twelfth Night. Vervolgens was ze in 1944 op West End te zien naast John Gielgud in Cradle Song. Hierna volgden nog rollen in verscheidene toneelstukken, waaronder in The First Gentleman (1945), Playboy of the Western World (1946) en Tess of the d'Urbervilles (1946). In 1945 speelde ze de hoofdrol in I Know Where I'm Going! (1945), een bekende titel uit de Britse klassieke cinema.

Hoewel ze veel filmcontracten uit Hollywood kreeg aangeboden, besloot ze in 1945 een punt achter haar filmcarrière te zetten om zich volledig te storten op het theater. In 1947 behaalde ze daar haar hoogtepunt, met de vertolking van Catherine Sloper in The Heiress. Deze werd later overgenomen door Beatrice Straight.[6] In de jaren 50 besloot ze weer filmrollen op zich te nemen. Ze was eveneens te zien op televisie in verscheidene series.

Desondanks verliet ze het theater niet. In 1957 werd ze genomineerd voor een Tony Award voor haar rol in het Amerikaanse toneelstuk A Moon for the Misbegotten. Ze bleef werkzaam op Broadway tot en met 1962, toen ze te zien was in The Aspern Papers. In 1959] mocht ze een Academy Award voor Beste Vrouwelijke Bijrol in ontvangst nemen voor haar rol in Separate Tables (1958), waarin ze te zien was naast onder andere Deborah Kerr, Rita Hayworth, David Niven en Burt Lancaster. Ze was niet onder de indruk van de erkenning die ze kreeg en vertelde dat ze liever geld zag dan prijzen.[7] In 1967 kreeg Hiller haar derde en laatste Oscarnominatie, voor haar rol in A Man for All Seasons (1966).

Op het toneel was Hiller in de jaren 60 en 70 vooral te zien in werken van Henrik Ibsen, waaronder When We Dead Awaken (1968), Ghosts (1972) en Peer Gynt (1972). In haar latere jaren in het theater speelde ze vooral rollen in toneelstukken waar ze eerder aan had meegewerkt. In 1988 was ze voor het laatst te zien op West End, in het toneelstuk Driving Miss Daisy. Ondertussen speelde ze bijrollen in verscheidene memorabele films, waaronder Murder on the Orient Express (1974) en The Elephant Man (1980). Haar laatste filmverschijning maakte ze in 1993, met de titelrol in The Countess Alice. Ze overleed in 2003 op 90-jarige leeftijd.

Filmografie als actrice
Jaar Titel Rol Opmerkingen
Televisie
1972 Clochemerle Justine Putet 8 afleveringen
1986 Lord Mountbatten: The Last Viceroy Prinses Victoria Miniserie
1988 A Taste for Death Lady Ursula Berowne 5 afleveringen
Films
1937 Lancashire Luck Betty Lovejoy
1938 Pygmalion Eliza Doolittle
1939 The Fame of Grace Darling Grace Darling Televisiefilm
1941 Major Barbara Major Barbara
1945 I Know Where I'm Going! Joan Webster
1952 Outcast of the Islands Mevrouw Almayer
1953 Single-Handed Lucinda Bentley
1957 Something of Value Elizabeth McKenzie Newton
How to Murder a Rich Uncle Edith Clitterburn
1958 Separate Tables Pat Cooper
1960 Sons and Lovers Gertrude Morel
1963 Toys in the Attic Anna Berniers
1966 A Man for All Seasons Alice More
1969 David Copperfield Mevrouw Micawber Televisiefilm
1974 Murder on the Orient Express Prinses Dragomiroff
1976 Voyage of the Damned Rebecca Weiler
1978 The Cat and the Canary Allison Crosby
King Richard the Second Hertogin van York Televisiefilm
1980 The Curse of King Tut's Tomb Prinses Vilma Televisiefilm
The Elephant Man Mothershead
1981 Miss Morison's Ghosts Miss Elizabeth Morison
1982 Making Love Winnie Bates
Witness for the Prosecution Janet Mackenzie Televisiefilm
1983 Attracta Attracta
The Kingfisher Evelyn Televisiefilm
The Comedy of Errors Aemilia Televisiefilm
1985 The Death of a Heart Matchett Televisiefilm
The Importance of Being Earnest Lady Bracknell Televisiefilm
1986 All Passion Spent Lady Slane Televisiefilm
1987 Anne of Green Gables: The Sequel Mevrouw Margaret Harris Televisiefilm
The Lonely Passion of Judith Hearne Tante D'Arcy
1989 Ending Up Adela Televisiefilm
1991 The Best of Friends Laurentia McLachlan Televisiefilm
1993 The Countess Alice Gravin Alice von Holzendorf
Voorganger:
Miyoshi Umeki
voor Sayonara
Academy Award voor Beste Vrouwelijke Bijrol
1958
voor Separate Tables
Opvolger:
Shelley Winters
voor The Diary of Anne Frank
Zie de categorie Wendy Hiller van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.