Naar inhoud springen

wurgen

Uit WikiWoordenboek
  • wur·gen
  • In de betekenis van ‘de keel dichtknijpen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1291 [1] [2]
Middelnederlands: worgen
Germaans: *wurgjan
Indo-Europees: *urǵh-je- ("binden, snoeren")
  • Verwant in Germaans:
West: Oudsaksisch: wurgian, Oudfries: wergia, Oudhoogduits: wurgen, Angelsaksisch: wyrgan, Duits: würgen, Engels: worry
Noord: Oudnoords: urga
  • Verwant in andere Indo-Europese talen:
Albanees: z-vjerdh
Litouws: ver̃žti
Oudkerkslavisch: vrěsti
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wurgen
wurgde
gewurgd
zwak -d volledig

wurgen

  1. overgankelijk iets of iemand vermoorden door het dichtknijpen van de keel
    • De slang wurgde zijn prooi. 
    • Politie zoekt man die machinist wilde wurgen om vertraging  [3]
  • Zich tussen hangen en wurgen bevinden
zich in gevaarlijke en moeilijke omstandigheden bevinden
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]