Naar inhoud springen

Lavabo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jvhertum (overleg | bijdragen) op 5 jun 2013 om 14:24. (Samengevoegd met Aquamanile per Wikipedia:Samenvoegen/201305)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bronzen aquamanile in de vorm van een ridder te paard, tweede helft van de 13e eeuw, Nedersaksen, (Metropolitan Museum of Art)

Een lavabo (Latijn voor "ik zal wassen") of aquamanile is een middeleeuwse pot die gebruikt werd voor het wassen van de handen voor een belangrijk maal. De term aquamanile wordt meestal gebruikt voor de middeleeuwse exemplaren. Deze kunnen de vorm van een beest hebben, waarbij de staart het handvat vormt en de bek de schenktuit.

De lavabo was doorgaans van metaal. Vanwege de waarde van de pot ontleende de eigenaar een zekere status aan het bezit hiervan. De oudste in Nederland opgegraven lavabo stamt uit de 15e eeuw en werd in 2007 gevonden bij de opgraving nabij een voormalig koopmanshuis in Alkmaar.[1]

In Vlaanderen verwijst de term ook vandaag de dag nog naar een wasbak. In Nederland is het woord in het dagelijks taalgebruik in onbruik geraakt, behalve dan voor het bekken dat men in de sacristie van een kerk vindt voor de handwassing van de priester voor de aanvang en na afloop van de misviering (de piscina of sacrarium).

Liturgisch gebruik in de katholieke Kerk

De lavabo of aquamanilebehoort tot de vasa non sacra, het liturgischevaatwerk van de katholieke Kerk.

De lavabo wordt gebruikt als schenkkan waaruit het water gegoten wordt waarmee de priester bij de eredienst zijn handen wast. Hierbij reciteert de priester Psalm 25: Lavabo inter innocentes manus meas, et circumdabo altare tuum, Domine (Mis van Paus Pius V) of Psalm 50: Lava me, Domine, ab iniquitate mea, et a peccato meo munda me (Mis van Paus Paulus VI).

Bij de handenwassing wordt een lavabokan en een lavaboschaal gebruikt. Na de wassing droogt de priester zijn handen met het lavabodoekje. In middeleeuwse kerken bevindt zich vaak een nis in de muur van het koor (piscina) met een uitgang naar buiten. De priester goot het water van de wassing in de piscina, zodat het op het kerkhof stroomde.

Zie de categorie Sinks van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.