Agaatvlinder
| Agaatvlinder | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Phlogophora meticulosa Linnaeus, 1758 | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Bruine en groene vorm van de rups | |||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||
Agaatvlinder op  Wikispecies
| |||||||||||||
| |||||||||||||
De agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) is een nachtvlinder uit de familie van de nachtuiltjes.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De agaatvlinder heeft een spanwijdte van 45 tot 52 millimeter. Door de eigenaardige wijze waarop de vleugels gevouwen zijn in rust, lijkt de vlinder op een verwelkt blad. De grondkleur kan variëren van olijfgroen tot bruin of roze-achtig. Het V-vormige patroon blijft bij alle variaties vaak hetzelfde.[1]
De rupsen zijn ofwel groen ofwel bruin van kleur.[1]
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]De vlinder komt voor van noordelijk Afrika via Europa tot westelijk Azië en is algemeen in Nederland en België. De vlinder vliegt in twee generaties per jaar. De eerste generatie van eind mei tot begin juni en de tweede van juli tot eind oktober.[1] De tweede generatie zijn trekvlinders.[1]
De rupsen kunnen het hele jaar door aangetroffen worden.[1]
Rups en zijn waardplanten
[bewerken | brontekst bewerken]De waardplanten van de rupsen zijn vooral brandnetels, adelaarsvaren, klein kruiskruid, gekweekte spinazie,[1] dovenetels, klimop en zuring. De agaatvlinder overwintert als rups of pop. Overwinterende rupsen in een plantenkas zijn 's nachts actief door in het donker planten aan te vreten. Bij daglicht zijn de rupsen niet actief en zijn nauwelijks te vinden omdat zij zich goed kunnen verstoppen.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Kaarten met waarnemingen:
-
rups -
pop -
Close-up van imago -
-
Vlinder -
Bruine rups op gele bloemen van een Aeonium-soort -
Groene rups op groene Aeonium-soort
.jpg)
.jpg)
