Naar inhoud springen

Dionysius Godefridus van der Keessel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dionysius Godefridus van der Keessel
Van der Keessel, 1780
Van der Keessel, 1780
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 22 september 1738
Geboorteplaats Deventer
Overlijdensdatum 7 augustus 1816
Overlijdensplaats Leiden
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlands
Academische achtergrond
Proefschrift Dissertatio juridica inauguralis, de usucapione partus et foetus rei furtivae (1761)
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Rechtsgeleerdheid
Universiteit Rijksuniversiteit Groningen
Universiteit Leiden
Promovendi A.J. Duymaer van Twist, H.W. Tydeman
Website
Dbnl-profiel

Dionysius Godefridus van der Keessel (Deventer, 22 september 1738Leiden, 7 augustus 1816) was een Nederlandse jurist.

Van der Keessel was de zoon van de Nederlandse Hervormde predikant Dionysius van der Keessel (1700-1755) en Johanna Wilhelmina Cabeljauw (†1775).[1] Na de lagere school begon hij op 21 augustus 1753 aan het Athenaeum Illustre in zijn geboortestad.[2] Op 1 mei 1756 werd hij samen ingeschreven op de Universiteit van Leiden.[3] Op 23 oktober 1761 behaalde Van der Keessel er zijn doctoraat in de rechten met de verhandeling de Usucapione partus et fetus rei furtivae.[4] Vervolgens was hij korte tijd advocaat in Den Haag.

Persoonlijk en familie

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 27 juli 1772 trouwde Van der Keessel met jkv. Catharina Adriana Bodel (1735 (doop)[5]-1811[6]).[7] Het huwelijk bleef kinderloos. Zijn broer Samuel Rudolphus van der Keessel (1737-1799)[noot 2] begon tegelijk met hem een studie aan de Universiteit van Leiden en werd evenals hun vader predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk.

Al in 1762 werd hij aan de Rijksuniversiteit Groningen benoemd tot hoogleraar Romeins recht. Hij aanvaardde deze functie aan met de oratie An capita illa Juris Romani, quae in usu hodie non esse dicuntur, in academiis doceri expediat ( Groningen 1762). In Groningen gaf hij lezingen over de instituten en pandecten van het Romeins recht, en heeft hij onderzoek gedaan naar het dagelijkse Nederlandse recht. In het academisch jaar 1768/69 was hij er rector magnificus.[12]

Het jaar daarop, op 10 oktober 1770, werd hij benoemd tot professor aan de Universiteit van Leiden als hoogleraar Romeins en burgerlijk recht. Op op 12 april 1771 aanvaardde hij de aanstelling met de oratie de Legislatorum Belgarum in recipiendo jure Romano prudentia. Vanaf 12 juni 1790 heeft hij hier ook Nederlandse recht onderwezen, waarvoor hij op 13 september 1799 een extra leerstoel kreeg, die weer verviel in 1808.[13] Driemaal bekleedde hij het rectoraat in Leiden: 1773/74; 1785/86 en 1791/92. Zijn inaugurele redes waren respectievelijk Amore patriae, in juventute Belgica exitando prudenterque dirigendo, Aequitate judicantium, optimo turbatae reipublicae remedio en de Advocato Christiano.

Van der Keessel bleef tot zijn emeritaat in 1815 werkzaam aan de Leidse Universiteit.

Op 16 oktober 1815 ging Van der Keessel met emeritaat. Hij overleed op 7 augustus 1816 in Leiden. Hij liet zijn uitgebreide boekencollectie over aan de Universiteitsbibliotheek Leiden.

Van der Keessel was in zijn tijd een bekend rechtsgeleerde en was van 1789 tot 1790 de leermeester van de Erfprins van Oranje, de latere koning Willem I. Willem verleende Van der Keessel later de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Zijn belangrijkste grote werk is de lezingenbundelThesis Selectae Juris Hollandici et Zelandici, ad supplendam Hugonis Grotii Introductionem ad Jurisprudentiam Hollandici en definiendas celedriores Juris Hollandicam controversias (Lugd. Bat. 1800) met aanvullingen en notities op “Inleydinghe tot de Hollandsche rechts-gheleerdheydt (1641) van Hugo de Groot (1583-1645). Van der Keessels werk werd herdrukt in 1860 en vanwege het belang ervan voor Zuid-Afrikaanse wetgeving in 1855 vertaald in het Engels door Charles Ambrose Lorenz (1829-1871), een in die tijd zeer bekende Engelse rechtsgeleerde.[14] De Engelstalige uitgave werd in 1868 heruitgegeven.

Werken (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Orationes variae, Leiden 1770–1792, 6 delen
  • Narratio de rebus a se et a facultate juridica gestis circa nuper evulgatam dissertationem J.J.Th. Duval, Leiden 1789
  • Oratio de Studio juris civilis ad bonos mores formandos et virtutem colendam aptissimo Leiden 1790
  • Theses Selectae Juris Hollandici et Zelandici, ad supplendam Hugonis Grotii Introductionem ad Jurisprudentiam Hollandicam, et definiendas celebriores Juris Hollandici controversias. Leiden 1800, in Engels onder de titel Select Theses on the laws of Holland and Zeeland, en thans Amsterdam 1860

Bekende leerlingen

[bewerken | brontekst bewerken]

In zijn geboorteplaats Deventer is de D.G. van der Keesselstraat naar hem genoemd. Deze straat ligt in de Zwolse wijk in een buurt waar de straten genoemd zijn naar bekende Deventenaren die hun sporen hebben verdiend in de wetenschap en het onderwijs. De straatnaam dateert uit de jaren '30, toen de meeste huizen aan deze straat zijn gebouwd.

[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen, referenties en voetnoten

[bewerken | brontekst bewerken]
Voorganger:
Hermannus Scholten
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1773–1774
Opvolger:
Hiëronymus David Gaubius
Voorganger:
Carolus Boers
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1785–1786
Opvolger:
Nicolaus Georgius Oosterdijk Johanszoon
Voorganger:
Florentius Jacobus Voltelen
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1791-1792
Opvolger:
Broërius Broes
Voorganger:
Frans Lodewijk Cremer
Rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen
1768–1769
Opvolger:
Wouter van Doeveren