Naar inhoud springen

Fayal-brezal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fayal-brezal
Fayal-brezal op Cumbre Nueva, La Palma
Fayal-brezal op Cumbre Nueva, La Palma
Syntaxonomische indeling
Klasse:Pruno hixae-Lauretea novocanariensis
Orde:Andryalo-Ericetalia
Verbond
Myrico fayae-Ericion arboreae
Oberd., 1965

Fayal-brezal (Myrico fayae-Ericion arboreae) is een verbond van plantengemeenschappen dat wordt gekenmerkt door groenblijvende struiken en bomen. Het is endemisch op de Canarische Eilanden. Zowel de Spaanse als de wetenschappelijke naam van dit verbond heeft betrekking op de twee kensoorten, de 'faya' (Myrica faya) en de boomheide of 'brezo' (Erica arborea).

Naamgeving en etymologie

[bewerken | brontekst bewerken]

Synoniemen: Myrico fayae-Ericion arboreae
Engels: Canary Island fayal-brezal
Spaans: Fayal-brezal

De naam Myrico fayae-Ericion arboreae is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee kensoorten, Myrica faya en de boomheide (Erica arborea).

Fayal-brezal-vegetaties komen in de regel enkel voor aan de bovenste rand van het subtropische laurierbos of laurisilva, op de toppen en bergkammen, waar het te droog en/of te koud is voor het laurierbos. Ze vormen vaak de overgang naar het drogere Canarische dennenbos.

Ook groeien ze op plaatsen waar het laurierbos gekapt of overgeëxploiteerd is, en vormen dan een overgangssituatie die langzaam terug kan evolueren naar de climaxvegetatie.

De vegetatie kent geen echte boomlaag, maar een hoog opschietende en zeer dichte struiklaag van langzaam groeiende pioniersplanten, met een beperkte kruidlaag en een moslaag die vaak uit epifyten bestaat.

Onderliggende syntaxa

[bewerken | brontekst bewerken]

Het verbond heeft als vertegenwoordigers in Europa:

Soortensamenstelling

[bewerken | brontekst bewerken]
Boomhei (Erica arborea)
Myrica faya
Pericallis papyracea
Gennaria diphylla

De uitgebreide struiklaag bestaat onder andere uit Erica arborea, Myrica faya, Ilex canariensis, Rhamnus glandulosa, Viburnum tinus, Bystropogon canariensis en Gesnouinia arborea.

In de karige kruidlaag vinden we onder andere Urtica morifolia, Teline canariensis, Sonchus abbreviatus, Hypericum glandulosum, Cedronella canariensis, Isoplexis canariensis, Gennaria diphylla en verschillende soorten van het geslacht Pericallis, waaronder verschillende voor de eilanden endemische soorten.

Dit habitattype komt enkel voor op de Canarische Eilanden Tenerife, La Palma, La Gomera, Gran Canaria and El Hierro.